Einde van de fonografische industrie?

“De vraag, waarmee de gegadigden op de muziekmarkt worden gekonfronteerd luidt:
Is de fonografische industrie op haar retour of heeft zij nog een toekomst?
Een historische vraag ook, want in het, met bijvoorbeeld de boekenwereld vergeleken nog jonge bestaan van de handel en industrie in muziekdragers, is een jaarlijkse marktgroei van 10 tot 15% normaal geweest. Met de plotselinge stagnatie in 1979 en de niet onaanzienlijke teruggang in de eerste helft van 1980 is een ongebruikelijke en onaangename situatie ontstaan. Berichten over bedrijfssluitingen en pessimistische beschouwingen met betrekking tot het huidige marktgebeuren doen een optimistische toekomstvisie natuurlijk minder geloofwaardig klinken.”

Zo begon de inleiding van de heer drs. W. Barents, voorzitter van de NVPI, in het jaarboek Fonograafwerk van de fonografische industrie een kleine 30 jaar geleden. Een van de grootste boosdoeners van de teruglopende plaatverkoop was natuurlijk het massale kopieren. Volgens het rapport De thuiskopie van de NVPI, dat elders in het boek wordt samengevat, kopieerde het Nederlandse publiek in 1979 bijna tweemaal zoveel als in 1976. De bezitter van geluidsapparatuur had gemiddeld maar liefst 11 zelf opgenomen banden en 17 cassettes in huis!

Volgens de auteur van het artikel Leo Boudewijns zou de Nederlandse regering zich dit moeten aantrekken: “de door dit rapport duidelijk aangetoonde wantoestanden kunnen en mogen niet langer voortduren. […] Het is te hopen dat de overheid de schreeuw om hulp zal verstaan, niet alleen in het belang van de gedupeerden, maar ook vanwege het voortbestaan van een belangrijke kulturele industrie.”

Gelukkig was de redding nabij voor de platenindustrie: in hetzelfde jaarboek wordt de komst van digitale audio en video aangekondigd. Het is nog even spannend welk formaat gaat doorbreken: de Compact Disc van Philips, een 30cm plaat van Sony (speelduur: 2,5 uur per kant!) of een 30cm plaat van JVC en RCA (2 uur speeltijd). Er wordt al voorspeld dat het ‘wonderding’ de Compact Disc de beste kansen heeft om de standaard te worden. Positief voor de consument, want een Compact Disc zal volgens het artikel niet meer gaan kosten dan een ‘huidige LP uit de duurste serie, misschien zelfs minder’. Bovendien hoeft men geen dure naalden meer te vervangen, slechts eens in de duizend speeluren de laser unit te vernieuwen (kost slechts een tientje!). Ook zullen vinyl en Compact Disc nog jaren ‘in vreedzame coĆ«xistentie” naast elkaar blijven bestaan.

Daarbij komt natuurlijk dat het niveau van de muziekweergave een ‘sprong vooruit’ zal maken: “De muziek zelf zal nog veel natuurgetrouwer, helderder en gaver klinken met een winst aan duidelijkheid en doortekening. […] Of de winst van zo’n 15dB aan dynamiek voor nieuwe problemen zorgt (lawaaivervuiling, burengerucht)? Och, dat zal wel loslopen. De eerste ervaringen leren, dat de grote winst juist schuilt in een plus aan rust en stilte in de zachte passages.”