Rotsen in de branding

Tijdens een recent bezoek aan Engeland verlekkerde ik me weer aan het grote aanbod muziekboeken. Een mooi voorbeeld is Last Shop Standing van Graham Jones, recent ook door Gijsbert Kamer aanbevolen. Jones bezocht als vertegenwoordiger jarenlang platenzaken om hun inkoopbeleid te beïnvloeden. Voor dit boek maakte hij een soort afscheidstoernee langs zijn favoriete winkels, waarbij hij talloze anekdotes verzamelde.

Zoals de titel al aangeeft, zijn er niet veel (‘independent’) platenzaken meer over in Groot-Brittannë. In zijn inleiding heeft Jones een lange ‘RIP-lijst’ opgenomen van verdwenen winkels die ooit tot zijn klantenkring behoorden. Last Shop Standing behandelt echter vooral de winkels die het nog wel kunnen uitzingen. Jones maakte een selectie van 50 winkels in 50 plaatsen, van wereldwijd bekende instituten als Rough Trade in Londen tot eenmanszaakjes in afgeleden dorpen.

De eerste hoofdstukken verhalen op een onderhoudende manier hoe Jones in de muziekbiz terechtkwam. Hij verkocht tweedehands plaatjes op een markt, werd manager van de kortstondig succesvolle Cherry Boys en probeerde vanuit een busje restpartijen te slijten aan muziekwinkels. In de jaren erna werkte hij als vertegenwoordiger voor verschillende distributeurs en labels, meest recent voor Proper Music.

Een groot deel van het boek beschrijft Jones’ roadtrip langs de 50 uitverkoren winkels. De auteur beschrijft hoe deze winkels zijn ontstaan, wat ze uniek maakt en waarom zij nog wel overeind zijn gebleven. Vermakelijk zijn de vele andekotes over curieuze klanten, die bijvoorbeeld alleen maar platen met een vrachtwagen op de hoes willen, alles in tweevoud kopen of met de meest onduidelijke vragen bij de balie komen (“12 jaar geleden hoorde ik een nummer op de radio met ‘love’ erin, heeft u dat toevallig?”). De verkopers hebben vaak ook een groot oplossend vermogen nodig om merkwaardig gespelde artiestnamen te ontcijferen.

Een vaak terugkerend thema is de creatieve wijze waarop vroeger hitparades werden gemanipuleerd. De platenmaatschappijen creëerden vaak hits, door platenzaken gratis platen en andere goodies aan te bieden, in ruil voor wat creatief boekhouden met de verkoopcijfers, die vroeger nog handmatig werden ingevuld. Soms keken winkels zelfs de andere kant op en lieten de medewerker van de platenmaatschappij zelf het lijstje met aantallen verkochte platen invullen…

Tussen de regels door stipt Graham Jones in dit boek veel zaken aan waardoor de kleine winkeliers het moeilijk hebben gekregen. Zo vindt hij het jammer dat platenzaken geen vertegenwoordigers meer langs de winkels sturen, maar zich beperken tot het rondsturen van talloze mails, waarin alle releases evenzeer worden opgehemeld. Ook maakt hij zich zorgen om ontwikkelingen zoals gratis cd’s bij kranten, of muziek die veel eerder op internet beschikbaar is dan als geluidsdrager in de winkel.
Het meest druk maakt hij zich echter om het monopolie van supermarkten en grote ketens, die hit-albums vaak als eerste hebben én kunnen verkopen tegen een prijs waarmee kleine winkels niet kunnen concurreren. Jones geeft zelfs diverse voorbeelden van winkels die hun cd’s maar zelf bij de supermarkt gingen kopen omdat dit voor hun veel goedkoper was dan direct inkopen bij de platenmaatschappij!

Alleen door zich te onderscheiden met goede service aan klanten en door specialisatie in muzikale niches kunnen de kleintjes overeind blijven. Hopelijk zingen de meeste winkels in Last Shop Standing het nog een tijdje uit, want het boek heeft me wel nieuwsgierig gemaakt naar diverse winkels…